Dit in reactie op het verzoek van De Jonge Akademie, het Promovendi Netwerk Nederland en PostdocNL tot een continuïteitspakket voor jonge wetenschappers die getroffen worden door de coronacrisis.
De minister schrijft terecht dat de eerste verantwoordelijkheid bij de universiteiten en kennisinstellingen ligt als werkgevers. De academische wereld heeft, net als veel andere sectoren, de afgelopen maanden al een grote veerkracht, flexibiliteit en creativiteit aan de dag gelegd om het onderzoek en onderwijs aan te passen aan het nieuwe normaal. Er is veel gedaan om de vertraging op te vangen: een noodfonds uit de loonruimte van de nieuwe universitaire cao, crowdfunding-acties op universiteiten, slim schuiven met bestaande budgetten en plannen. Nu zal NWO dankzij het verzoek van de minister bovendien € 20 miljoen beschikbaar stellen voor contractverlenging van jonge onderzoekers in schrijnende situaties. Dit geld komt echter direct in mindering op het budget van de Nationale Wetenschapsagenda voor 2021 en leidt dus volgend jaar tot een korting op de structurele wetenschapsfinanciering.
Het bestuur van De Jonge Akademie is verheugd dat er ruimte ontstaat om de urgente nood van jonge onderzoekers te lenigen. Tegelijkertijd is duidelijk dat deze steun onvoldoende is om de reële schade voor promovendi, postdocs en andere onderzoekers met tijdelijke contracten – die wij in onze brief geraamd hadden op € 350 miljoen – op te vangen, ook niet in combinatie met de andere in de Kamerbrief genoemde maatregelen. Het risico blijft groot dat kennis verloren gaat, potentiële innovaties stagneren en carrières van hoogopgeleide kenniswerkers binnen en buiten onderzoeksinstellingen gefrustreerd raken. Dit leidt tot vernietiging van eerder gedane investeringen in onderzoek en innovatie.
De Jonge Akademie blijft daarom in gesprek met minister Van Engelshoven en dringt samen met andere partijen in het veld aan op een ruimer continuïteitspakket en structurele uitbreiding van het totale budget voor de wetenschap.