OCW-ministers Van Engelshoven en Slob kondigden dit programma van ruim 8,5 miljard euro op 17 februari aan. Het ondersteunt studenten, verlicht werkdruk van docenten in hoger onderwijs en stelt jonge wetenschappers in staat hun onderzoek en onderwijs af te maken.
Het ministerie van OCW stelt het bedrag de komende tweeënhalf jaar beschikbaar om voor scholieren en studenten de gevolgen van de coronacrisis te verzachten en om het onderwijs structureel te versterken. Het geld gaat naar alle onderwijstypen. Voor het hoger onderwijs komt er onder meer op korte termijn extra financiering beschikbaar om de hogere studenteninstroom te bekostigen en daarmee de werkdruk van docenten te verlichten.
Het ministerie becijfert dat meer dan twintigduizend onderzoekers met tijdelijke aanstellingen door de coronacrisis gemiddeld drie maanden vertraging hebben opgelopen. Instellingen hebben zelf al dekking gevonden voor een deel van de kosten voor verlenging van die aanstellingen. Het ministerie stelt nu 162 miljoen beschikbaar om de resterende kosten te dekken. Zo kunnen jonge onderzoekers hun onderzoek naar behoren afronden en onderwijs blijven geven.
De Jonge Akademie vroeg in juli 2020 al aandacht voor de problemen van jonge onderzoekers via een brandbrief aan minister Van Engelshoven. Het is dan ook goed nieuws dat met de aangekondigde maatregelen op korte én middellange termijn hierin verlichting te verwachten is. De extra middelen stellen instellingen ook in staat de belangrijke verwevenheid van onderwijs en onderzoek beter te blijven waarborgen. De Jonge Akademie wil echter benadrukken dat het programma geen oplossing biedt voor de structurele onderfinanciering van het hoger onderwijs en onderzoek. Hoewel de weg naar verbetering is ingeslagen, blijven structurele problemen zoals de hoge werk- en aanvraagdruk voor onderzoekers en scheve verdeling tussen ongebonden en thematisch onderzoek bestaan. Het bestuur van De Jonge Akademie zal deze onderwerpen blijven agenderen en ziet hier een belangrijke opdracht voor een nieuw kabinet.